In 2005 telde Nederland 175 duizend werkende armen. In zes op de tien gevallen
ging het om zelfstandigen. Meer uren gaan werken is geen oplossing. De
meeste werkende armen werken al fulltime, zo staat te lezen in de
Armoedemonitor die het Sociaal en Cultureel Planbureau en Centraal Bureau
voor de Statistiek dinsdag publiceerden.

Je zou denken dat iemand die fulltime werkt, voldoende moet kunnen
verdienen. Toch leeft veertien procent van de voltijds werkende
zelfstandigen onder de Nederlandse armoedegrens: 870 euro netto per maand
voor een alleenstaande. Onder voltijds werkende werknemers is dit twee
procent.

Arme werkenden (zowel werknemers als zelfstandigen) hebben niet alleen een
lager inkomen dan werkenden die niet arm zijn, maar vaak ook meer
kostenposten. Ze hebben bijvoorbeeld vaker kinderen. Daarnaast hebben ze
minder vaak een partner die ook betaald werk verricht. Ook hebben ze vaak
schulden.

Werknemers met een flexibel contract zijn bovendien vaker arm, dan
werknemers met een vast contract. Dat komt doordat hun uurloon lager ligt en
ze vaker te maken hebben met periodes waarin ze geen werk hebben.

Zelfstandigen zijn vaker arm dan werknemers omdat zij niet worden beschermd
door een minimumloon of cao-afspraken over loon. Hierdoor zit er geen
ondergrens in hun inkomen. Hun inkomen kan zelfs negatief zijn. Hier komt
nog bij dat ze eventuele winstdalingen van hun bedrijf veel directer in hun
inkomen voelen.

Dat zelfstandigen vaker arm zijn, komt niet doordat startende
ondernemers hun zaak nog moeten opbouwen. Voor zelfstandigen die al langer
bezig zijn, is het risico op armoede net zo groot. Ook zijn het niet de
zelfstandigen zonder personeel die het gemiddelde omhoog trekken. Veertien
procent van de zzp-ers is arm. Dat is gemiddeld.

Ondernemers die één personeelslid in dienst hebben, zijn wel vaker arm (19
procent, tegenover 14 procent gemiddeld). Hoe dit komt, blijkt niet uit het
onderzoek. Nemen zij te vroeg personeel in dienst? Weegt de plicht het loon
van een zieke werknemer twee jaar door te betalen te zwaar? We weten het
niet.

Wat we wel weten is dat ook duurzame armoede vaker voorkomt onder
zelfstandigen dan onder werknemers. Duurzaam arm is langer dan drie jaar
arm. In 2005 was bijna vier op de tien arme zelfstandigen duurzaam arm,
tegen bijna twintig procent van de arme werknemers.

Uiteraard kan dit te maken hebben met de conjunctuur. Als dat zo is. Moet het
aantal werkenden dat duurzaam arm is na 2005 zijn afgenomen. Cijfers
daarover zijn echter niet voorhanden.

Duidelijk is dat als de economie aantrekt, de zaken beter gaan en het
aantal starters toeneemt. Dit jaar is zelfs een recordjaar. Dinsdag schreef
de Kamer van Koophandel de 100 duizendste starter in. Dat is goed.
Ondernemers zijn de drijvende kracht van de economie. Tenminste als de zaken
goed gaan.

Natuurlijk kan het gebeuren dat het tegenzit en je als zelfstandige niet in
staat bent tegenvallers op te vangen. Als dat gebeurt en je hebt een
levensvatbaar bedrijf, dan kun je maximaal drie jaar een aanvulling krijgen
op je inkomen. Dit is geregeld in het Besluit bijstandsverlening aan
zelfstandigen. Dit moet van de daken worden geschreeuwd. Veel te weinig
mensen weten dit.

Heb je na drie jaar bijstand als zelfstandige nog steeds een laag of
negatief inkomen, dan is het wellicht verstandiger eieren voor je geld te
kiezen en de zaak op te doeken.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl